Deconstructie

In mijn dromen verwerk ik wat ik deze dagen doe: ik stapel dozen, schroef tafels uit elkaar en zaag stukgedraaide kruiskopschroeven van de muur. Er komen mensen langs in mijn winkelpandje om spullen te kopen en ik bedenk dat ik beter een meubelzaak had kunnen zijn.

Ik ben ondernemer. Dat klinkt voor mij hetzelfde als: ik ben makelaar. Oud genoeg om te weten dat het neoliberalisme, met zijn zucht naar groei, ooit bedongen heeft dat de kunstenaar ondernemer moest zijn. In de tijd dat een aantal belangrijke vakken op de kunstopleidingen plaats moest maken voor het nieuwe vak Ondernemen als kunstenaar. 

We zijn er langzaam ingeluisd en schreven ons, na het afstuderen, braaf in bij de Kamer van Koophandel. We werden kleine eenmansbedrijfjes, of om ons een nog lelijker stempel te geven: ZZP'ers. 

Ik heb deze stap altijd in mijn achterhoofd gehouden. Een mechanisme dat in werking treedt op cruciale momenten, als ik in mijn hoofd mijn moeder hoor zeggen: 'Je moet dit onthouden [mijn naam], anders vergeet je het en weet je niet meer hoe het is gegaan.' 

Ooit was ik schrijver, onthield ik.

Toen Ferry met twee volle vrachtwagens bij me introk, wist ik ook dat hier iets te onthouden viel. Ons huis was te klein voor zoveel spullen. Bovendien was Ferry bang dat de vloeren van het oude huis de zware spullen niet konden dragen zodat de dozen over de oppervlakte van het huis verdeeld moesten worden. Vooral mijn boeken kregen de schuld en de flipperkast van Ferry niet, maar ja, die was ook wat moeilijker te deconstrueren. Jarenlang leefden wij in een huis waarin we amper zelf nog pasten. Ik huurde een atelier.

Het leek Ferry ook wel wat om ondernemer te worden en hij zegde zijn baan op. Leende op basis van zijn laatste salaris nog wel even een groot bedrag bij de DSB-bank. Ook dat sloeg ik op als 'belangrijk om te onthouden' om er verder niet over na te hoeven denken. Dit was vlak voor de crisis en we weten allemaal wat er van de DSB-bank geworden is.

Zoals ik Ferry stimuleerde om zijn eigen bedrijf op te bouwen, zo deed hij dat bij mij ook. Ferry's familieleden vroegen op feestjes hoe ik dat dan deed met verzekeringen en zijn moeder zei vaak: 'Zoek beter een baan. Dan ben je verzekerd en bouw je pensioen op.' 

Ik dacht steeds vaker dat het wel erg op een baan begon te lijken wat ik deed. Ferry was vooral goed in het verzinnen van wat ik allemaal moest doen om ons hoofd boven water te houden. 

Hij wilde zelf iets met internetmarketing. Het is me nooit echt duidelijk geworden wat hij deed op zolder, en later in een gehuurd werkpand. Vooral webinars kijken, vermoed ik, van slimme zakenmannen die geld vragen en dingen beloven. De internet marketeer die belooft een internet marketeer van je te maken. Wel even zijn cursus kopen. Ferry noemde dat investeren. 

Lang verhaal kort. Uiteindelijk hadden we een ton schuld. We kregen mensen over de vloer die zich over onze bedrijven bogen die niet levensvatbaar bleken. Onze relatie bezweek. Ferry vertrok. De schuld werd verdeeld. Ik betaalde mijn deel af met hulp van mijn familie, redde mijn bedrijf dat meer op een baan was beginnen te lijken. 

Ferry zei vaak dat je de dromen die je als kind had moest volgen. Ik wilde vroeger ijscoman worden.

Ooit zei iemand dat hij liever een rondreizend circus bleef. Ik sloeg wel mijn haringen in de grond. En was zes jaar lang een geslaagd ondernemer. Ik had net zo goed makelaar kunnen zijn.

En toen kwam corona. Mijn werkpand in de binnenstad stond leeg. De ondernemers in de straat hadden geen klanten. Ik kon de huur niet meer betalen. En nu deconstrueer ik dat bedrijf dat door omstandigheden een imperium was geworden.

        



Reacties

Populaire posts