Post op zondag

Vanmorgen werd er aangebeld. Ik drukte de voordeur open met het daarvoor bestemde knopje.
'Hallo,' riep ik tegen de stille treden van het trappenhuis.
Ik liep een etage naar beneden en ik zag een bos dreadlocks omhoog komen. Het was de buurman van hiernaast die wij de reggaeman noemen, omdat hij altijd heel hard reggaemuziek draait en Jamaicaanse vlaggen als gordijnen heeft.
'Ik heb een pak voor je.'
'O, ik dacht dat het verdwenen was,' zei ik.
'Nee, het ligt bij ons op de trap.'
'O,' zei ik. Hij had het dus niet bij zich.
'Ik moet het even halen. Het ligt er al een week maar ik moet werken, weet je, door de week.'
'Ik loop wel even mee naar beneden.'
Ik bewoog achter zijn dansende draailokken aan. Omdat ik op blote voeten was, liep ik niet mee naar buiten maar wachtte bij mijn voordeur. Hij verdween het aangrenzende trappenhuis in. Ik hoorde hoe hij naar zijn etage liep. Hij nam zijn tijd en ik bestudeerde intussen mijn voeten. Toen hij weer voor me stond, keek hij naar mijn naambordje bij de bel en toen naar het adres op de envelop. En hij overhandigde me het pak.
'Alsjeblieft.'
'Te gek, bedankt.'
Hij bleef voor de deur staan en keek me onderzoekend aan, alsof hij hoopte dat ik het ter plekke zou uitpakken. Alsof het zijn cadeau was. Voor mij. Ik deed de deur voor zijn neus dicht, zei 'doei' tegen het laatste stukje gezicht dat ik door het kiertje zag en rende naar boven.

Reacties

Een reactie posten

Populaire posts