Iedereen heeft hetzelfde

De podotherapeut die ik vandaag bezocht, leek sprekend op een bevriende acteur. Door zijn jovialiteit en mijn verwarring over de gelijkenis, deden we beiden of we oude vrienden waren.
Hij wist onmiddellijk wat ik mankeerde.
'Zal ik mijn klacht vertellen?' vroeg ik, maar dat was niet nodig want iedereen die bij hem kwam, had hetzelfde: losse spierbanden. Steeds meer mensen hadden dat.
'Losse spierbanden zijn genetisch sterker dan stevige, dus als één ouder losse spierbanden heeft, geheid dat het kind juist die banden erft. Dus reken maar uit. Straks heeft iedereen het. In die zin heb ik een saai vak, maar wel volop werk.'
Ik had nog altijd mijn laarzen aan. Met zijn handen, alsof het voeten waren, verbeeldde hij hoe het met mijn grote tenen gesteld was.
'Ik heb het idee dat mijn onderbenen steeds krommer worden,' zei ik. 'Kan dat?'
'Als jij vandaag niet hier was gekomen, had jij op je 92e zo gelopen,' en hij deed voor hoe ik als hoogbejaarde zou lopen als ik nooit naar een podotherapeut zou zijn gegaan.
'Zie je ze nooit lopen, de oude vrouwtjes in Spanje?'
Ik was al jaren niet op vakantie geweest. Ik zag vooral mezelf. De bevriende acteur en de acterende podotherapeut overlapten elkaar nu naadloos en ik werd meegesleurd door de vertolking van mij als oude vrouw die nooit in haar leven een podotherapeut zag. En net zoals ik altijd verliefd word op de acteurs in mijn stukken, werd ik op slag verliefd op de podotherapeut en leefde mee met de oude vrouw die hem nooit zou gaan ontmoeten. Het ergste waren de kromme beentjes die hij haar gaf. Ze hadden kennelijk geen podotherapie in Spanje.
'Jij bent mijn redding,' zei ik.
'Laat nu die voetjes maar eens zien,' zei hij eindelijk en ik mocht mijn voeten bevrijden en ze op de behandelbank leggen.
'Dat zijn een stel mooie voetjes.' Hij bewoog mijn grote tenen ruw op en neer ten opzichte van de tweede teen. Hij vergeleek beide voeten.
'Zie je wat een ruimte daar zit.'
Ik zag niks maar het deed wel helse pijn.
'Heb je al lang klachten?'
'In het algemeen?' vroeg ik.
Ik vertelde dat ik van een stapelbed gevallen was toen ik één was en dat ik altijd in de gaten gehouden werd of het allemaal wel goed met mij kwam. En dat ik altijd al raar gelopen had, met zwabberende voeten.
'Maar het is toch goed gekomen.'
'Tot vandaag,' zei ik.
Er werden afdrukken van mijn voeten gemaakt.
'Je mag al je kleren weer aantrekken,' zei hij, teleurgesteld, omdat het alleen voeten waren die hij de hele dag bloot zag.
'Over twee weken zijn ze klaar, je zooltjes. Neem zoveel mogelijk verschillende schoenen mee en dan gaan we leren lopen.'




Reacties

Een reactie posten

Populaire posts