Audience-gevoelig

De stilte van de ochtend. Het huis slaapt nog. Ik heb het straalkacheltje op mijn benen gericht, zodat ik nu warme voeten heb. De kindertjes zijn het schooltje in, de ouders weer naar huis en ik zit hier in mijn werkkamertje. Het fijnste werkkamertje ooit. Met openslaande deuren naar het balkon waarop ik mijn handen kapot heb gewerkt door minstens twintig lagen verf af te krabben, zodat de deuren nu weer van blank hout zijn. Ik heb een zomer mijn handen niet kunnen gebruiken, maar het resultaat blijft prachtig. De rest van de kamer is spierwit. Nu al koffie. Vroege koffie. En ananas en yoghurt als ontbijt. Boven mijn hoofd hangt: Ever tried. Ever failed. No matter. Try again. Fail again. Fail better. Het is een citaat van Samuel Beckett uit Worstward Ho. Ik vind een citaat boven de computer eigenlijk onzin, alsof die de betekenis van wat ik hier doe zou verwoorden. Ik heb 'm niet eens zelf gevonden. Hij lag al uitgetypt en al op een A4tje in een lokaal op school. Als ik het lees -als ik het al lees- denk ik niet: ach, dat is een waar woord of zo. Het hangt er eigenlijk voor als er eens iemand mijn kamertje zou binnenlopen. Diegene zou dan kunnen zeggen: 'Hee, maar wat heb je daar nou voor ontzettend interessant motto boven je bureau hangen.' En opeens moet ik aan een woord denken. Het woord audience-gevoelig dat wij tijdens een les werkelijkheidservaring verzonnen. Dat je je opeens bewust bent dat je bekeken wordt en dan net even anders doet. Je ziet op televisie wel eens werkkamers van schrijvers. Als quiz wordt het dan gebracht. Van welke schrijver is deze werkkamer? Je ziet dan echt hele luxe werkkamers met antieke bureaus en zware gordijnen. Heel audience-gevoelige kamers eigenlijk. Ik ben blij met mijn uitklapbureau van Ikea en mijn staande rijstbollamp. Maar waarom schrijf ik dit dan op?

Reacties

  1. Ik heb eindelijk die prachtige grote werkkamer, met een enorm wit bureau, en heel veel raam. Maar ik zit nu in de serre van de huiskamer, achter mijn oude kleine bureautje, waar alle boeken, schriften en etenswaren net oppassen. Ik vrees voor het lot van mijn mooie werkkamer. Stephen King schreef ook eens over zijn mooie grote werkkamer, en zijn mooie grote bureau en hoe dat niets werd. Alsof daar teveel van hem werd verwacht en hij er buiten het leven stond. Nu zit hij alweer jaren achter een klein tafeltje onder de trap, waar hij last heeft van zijn gezin, en waar het schrijven weer iets is dat tussen het leven door gebeurt, in plaats van dat het een Werkelijke Activiteit lijkt, een Baan. Ik vind het natuurlijk allemaal romantisch gezeur, maar kan niet ontkennen dat mijn kamer leeg staat...

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Haha, echt zo herkenbaar.
    Ik heb jaren gedroomd van een eigen kamer, die ik nu heb, met een schitterend bureau van matglas en uitzicht op het groen van de tuin. Ruimte om na te denken, een muur voor inspiratie, een deur om dicht te doen.
    Maar in de praktijk blijk ik vooral lekker te schrijven: 's avonds op de bank, 's ochtends in bed, 's middags aan de eettafel, bij mooi weer buiten, op de grond van het terras. Mijn werkkamer gebruik ik tegenwoordig alleen nog om de was op te hangen...

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Goed stukkie! Ik heb eigenlijk geen eigen plekje. Soms zit ik in het kantoor met mijn computertje, dan in de kamer, soms gebruik ik het bureau van mijn dochter.
    Sinds kort heb ik in mijn slaapkamer een eigen computermeubel maar om de één of andere duistere reden blijf ik zwerven door het huis om te zoeken naar een plekje dat het meest past bij mijn stemming.

    Jaaa...waarom schrijf jij dat op hè?
    Ik vind deze blog heel interessant!

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Ik had vroeger ook een aparte werkruimte, maar dat werd eigenlijk alleen een ruimte waar ik elke dag heel erg goed koffie dronk en verder heel erg goed helemaal niks deed.

    En 's avonds werd mijn huis dan een ruimte waar ik heel erg goed in paniek kon raken.

    Nouja, zo hebben we allemaal wel wat.

    Dat idee van een audience-gevoeligheid doet een beetje denken aan Popper's idee van theoriegeladen waarneming - dat zodra je een gebeurtenis waarneemt, het waarnemen an sich de resultaten van de gebeurtenis beinvloedt.

    Nouja, zo heeft Popper altijd wel wat.

    BeantwoordenVerwijderen
  5. Iedere keer neem ik me voor dat ik vanaf nu echt, maar dan ook écht, voortaan op mijn werkkamer ga schrijven. Een halve dag staat mijn laptop dan te staan op mijn bureau terwijl ik in de woonkamer in m'n Moleskine schrijf. Tja - zo moet het blijkbaar zijn, denk ik dan maar, en ik verhuis de laptop weer naar de woonkamer.

    BeantwoordenVerwijderen
  6. Ik zie een tendens. Allemaal schrijvers die de werkkamer beschrijven waar ze niet in werken. De kamer is er, maar zij zitten elders. Misschien moet een schrijver wel gewoon kunnen verdwijnen. Er niet zijn. En de werkkamer is zijn alibi.

    BeantwoordenVerwijderen
  7. Ik denk dat de tendens is dat de schrijver denkt: als ik nou een ruimte creëer waarin alles begint met "schrijf-" (schrijfruimte, schrijfbureau, schrijflamp, schrijfgerei, schrijfkoffie, schrijfschuifraam, overal dwarrelt schrijfstof, totdat je rondgaat met de schrijfstofzuiger natuurlijk, hè, iemand nog schrijfkoffie?), en ik ga daar in en tussen zitten, dan wordt ik vanzelf een schrijfschrijver.

    (Het bovenstaande heeft iets smurferigs. Smurf jij dat nou?)

    BeantwoordenVerwijderen
  8. Ik vind het eerder iets schrijverigs hebben dan iets smurferigs.

    BeantwoordenVerwijderen

Een reactie posten

Populaire posts